Adviesdocument fusidinezuur resistentie van Staphylococcus aureus

Adviesdocument fusidinezuur resistentie van Staphylococcus aureus

26 november 2025

Eind oktober heeft het LMMI een behandeladvies gepubliceerd naar aanleiding van de stijging van fusidinezuur resistente S. aureus. Hier volgt een aangepast behandeladvies (november 2025).  
 
Op het gepubliceerde behandeladvies hebben we feedback ontvangen en besloten in samenwerking met het IP&AMR-zorgnetwerk (Luuk Vermei) een aanpassing van het behandeladvies te doen (zie flowchart). Hiernaast brengen wij de lokale toename van fusidinezuur resistentie onder uw aandacht in figuur 1 t/m 4 (pagina 3). U bent uiteraard vrij om af te wijken van dit advies. 

Het doel van dit advies is:
1) Het voorkomen van verspreiding van resistente S. aureus door vroege opsporing
2) Het in kaart brengen van de verspreiding in onze regio. We verwachten dat er clusters zijn. Bij een lokale uitbraak kan de GGD ingeschakeld worden om verdere verspreiding te voorkomen
3) U handvatten geven om uw patiënten zo gericht mogelijk te kunnen behandelen met zo min mogelijk bijwerkingen. 4) In navolging van punt 3, adviseren wij, in tegenstelling tot het NHG-standaard, om bij kleine afwijkingen lokaal te behandelen in plaats van systemisch bij fusidinezuur resistentie. In algemene zin heeft lokale therapie de voorkeur boven systemische antibiotica waar dit mogelijk is.

Achtergrond
Recentelijk zien wij een toename van fusidinezuur resistentie van Staphylococcus aureus (landelijk 23%, Nethmap 2024, lokaal in onze regio tot 26%). Er zijn landelijk verschillende clusters van fusidinezuur resistente MRSA en ‘normale’ S. aureus stammen onder kinderen. In de huidige lokale data van het LMMI lijken kinderen oververtegenwoordigd in fusidinezuur resistente stammen. Zie voor toelichting pagina 3.

Flowchart
Zodra andere alternatieven voor lokale therapieën beschikbaar komen, zullen wij u hierover tijdig informeren.


Zowel clindamycine topicaal als flammazine-crème kunnen 2 maal daags gesmeerd worden. Bij een uitgebreid impetigobeeld of therapiefalen na behandeling met topicaal clindamycine crème, lotion of gel of flammazine-crème kan overwogen worden systemisch te behandelen op basis van het antibiogram.

Indien meer dan 1 persoon in een gezin impetigo heeft, volstaat het om 1 keer te kweken bij verdenking op fusidinezuur resistentie.

Overweeg ook om sneller te kweken indien patiënt risico loopt op MRSA-dragerschap, bijvoorbeeld als patiënt in contact is geweest met een bewezen MRSA-drager, verblijft in een AZC of werkzaam is als boer of in de vleesindustrie. Dit geld ook voor ouders/begeleiders van kinderen met impetigo.

NB 1. Clindamycine vaginaal crème wordt niet vergoed door de verzekeraar bij mannen (ook niet als ze nog kind zijn). U kunt dan kiezen voor applicatievloeistof of gel.
NB 2. Als therapie met fusidinezuur niet effectief is maar de laesie niet snel groeit kunt u patiënten c.q. ouders adviseren de plek af te plakken met een (Betadine)pleister tot de kweek bekend is.

Enkele aanvullende punten:

- Het bovenstaande is een advies op basis van expert opinion, niet een richtlijn. Er kan en mag afgeweken worden. In overleg met uw patiënt kan er overwogen worden om de kweek uit te stellen indien kosten meespelen of als er minimale afwijkingen zijn.

- Ondanks toenemende resistentie blijft fusidinezuur de voorkeur genieten vanwege een nog relatief hoge gevoeligheidsspercentage van circa 80% (landelijke gegevens) en om resistentieontwikkeling tegen clindamycine, dat tevens systemisch wordt ingezet, te beperken.

- Het gebruik van mupirocine neusszalf (Bactroban) wordt sterk afgeraden, aangezien dit middel primair wordt toegepast voor MRSA-dekolonisatie. Toename van resistentie kan de effectiviteit van toekomstige dekolonisatiepogingen negatief beïnvloeden.

LMMI Isala

Lees hier het gehele adviesdocument